De absolute beoordelingsvrijheid van de rechter van oneerlijke bedingen in consumentencontracten - Quid art. 806 Ger. W. na Potpourri I
In “L’Observatoire du Crédit et de l’Endettement. Annuaire juridique du Crédit et du Règlement collectif de dettes 2016. Waterloo : Wolters Kluwer, 2017, pages 13-16"
Domaine
Crédit hypothécaire
Date
2017
Auteur
Flamend Carine, Baudts Gauthier
Langue
nl
Mots-clés
Sommaire
Men dient met andere woorden vast te stellen dat de doelstelling van de Richtlijn, zoals gecodificeerd in art. 6, dat oneerlijke bedingen in overeenkomsten tussen een verkoper en een consument onder de in het nationale recht geldende voorwaarden de consument niet binden, van openbare orde is en aldus behoort tot één van de controles die werden ingebouwd in art. 806 Ger. W. In het arrest van Ibercaja Banco vs. González herbevestigt het Hof van Justitie nogmaals de verplichting van de rechter om de bescherming van de consument te verzekeren en benadrukt dat deze rechter niet kan beperkt worden in zijn taak wegens nationale regels.De rechter is aldus gehouden om de Richtlijn Oneerlijke Bedingen, alsook de bepalingen aangaande onrechtmatige bedingen in het Wetboek Economisch recht, toe te passen bij verstek. Het gewijzigde art. 806 Ger. W. staat dit niet in de weg, integendeel. Ook het Belgisch Hof van Cassatie heeft al het standpunt heeft ingenomen dat art. 806 Ger. W. geen ‘carte blanche’ kan betekenen en dat kennelijk ongegronde vorderingen dienen afgewezen te worden.
Fichier(s) téléchargeable(s)
Documents liés