XXIIIde jaarlijks colloquium : De collectieve schuldenregeling : Een onvoltooid werk ?

De procedure van collectieve schuldenregeling is tot rijpheid gekomen en is uitgegroeid tot de hoeksteen in de behandeling van overmatige schuldenlast van particulieren die geen handelaars zijn. Deze procedure vertoonde echter nog een aantal lacunes. Er werd dan ook sterk uitgekeken naar de wet van 26 april 2012 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de collectieve schuldenregeling betreft.

De auteurs van het ontwerp dat aan de basis lag van de wet wensten een aantal aandachtspunten aan te pakken. Zo wilden zij ervoor zorgen dat het leefgeld rekening houdt met de gezinssituatie van de schuldenaar, de schuldenaar uitzicht geven op het einde van de procedure, ervoor zorgen dat de schuldbemiddelaar de schuldenaar op de hoogte houdt van de verrichte betalingen en voorkomen dat bepaalde bemiddelaars zich beperken tot een juridische benadering. Zullen de wijzigingen een bevredigende oplossing bieden voor deze aandachtspunten? Zijn er geen andere punten die de aandacht van de auteurs vragen? Het XXIIIe colloquium van het Observatorium Krediet en Schuldenlast wilde hierover een debat openen.

Er worden vier thema's behandeld werden, telkens ingeleid door een uiteenzetting waarin de resultaten van twee enquêtes voorgesteld zullen worden: de ene enquête werd uitgevoerd bij schuldbemiddelaars en magistraten en de andere werd uitgevoerd aan de hand van dossiers van collectieve schuldenregeling. Ook zal een overzicht gegeven worden van de gepubliceerde rechtspraak en rechtsleer. 

Documenten