Historiek
De vzw komt tot stand tegen de achtergrond van de toenemende bewustwording rond de problematiek van overmatige schuldenlast in de jaren 1980. Het avontuur begint in 1991, maar het is wachten tot 31 maart 1994 tot de statuten worden gepubliceerd van een vereniging die luistert naar de naam “Observatorium Krediet en Schuldenlast”.
Het Observatorium ontstaat in het zog van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet. Tijdens de voorbereidende werkzaamheden van deze wet laten de afgevaardigden zich inspireren door de recente oprichting in Frankrijk van het zogenaamde “Observatoire de l’endettement des ménages”. De opportuniteit om een soortgelijke instelling in België op te richten, wordt geopperd. Doel is de missie om het consumentenkrediet, de manier waarop het wordt vermarkt en de gevolgen van bepaalde misbruiken bij het aanbieden en gebruiken ervan op een objectieve manier tegen het licht te houden, toe te vertrouwen aan een instelling die los staat van de kredietverstrekkers, makelaars en consumentenorganisaties.
Het is in Charleroi dat er concrete invulling wordt gegeven aan het idee om een neutraal uitwisselingsplatform op te richten dat een toenadering tussen tegenwerkende actoren moet bevorderen. Toen al hadden Charleroi, en het OCMW in het bijzonder, te kampen met een plaag van overmatige schuldenlast. Vooraanstaande mensen uit de regio vragen zich af of de nieuwe wet van 12 juni 1991 die van kracht zal worden, al dan niet een afdoend antwoord hierop zal bieden.
In een poging tot een eerste denkoefening hierover, organiseren het OCMW en de zetel van de Nationale Bank van België in Charleroi op 5 november 1991 een colloquium in het kader van het Europese Programma voor Armoedebestrijding. In het licht van het succes dat dit colloquium oogstte en om het contact met de deelnemers warm te houden, worden er regelmatig en met veel begeestering rondetafelconferenties georganiseerd waaraan de sociale actoren, de organisaties die zowel de consumenten als de kredietverstrekkers vertegenwoordigen en ook de kredietbemiddelaars deelnemen.
De Koning Boudewijnstichting heeft belangstelling voor het initiatief en financiert een haalbaarheidsstudie om nauwkeurig het opzet en de voorwaarden te bepalen met betrekking tot de doelstellingen van een observatorium van de schuldenlast, alsook de middelen die nodig zijn voor de oprichting ervan. Het verhaal komt in een stroomversnelling en in 1994 wordt de vzw opgericht. Tegelijk worden de eerste medewerkers aangeworven, dankzij bescheiden financieringen.
In de vroege jaren 1990 wordt krediet “gedemocratiseerd”. Het Observatorium is goed geplaatst om aan de federale overheden rekenschap te geven van de toepassing van de wet van 12 juni 1991 en die van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet. De federale minister voor Economie vraagt aan het Observatorium om zich toe te leggen op de vraag naar en het aanbod van krediet en op de relaties ervan met de consumptie. Er komt een duurzaam samenwerkingskader tot stand voor het onderzoek en de productie van hoogkwalitatieve studies. Jaarlijks wordt er een “groot colloquium” georganiseerd.
Anno 1994 is het Waalse Gewest het eerste gewest dat de instellingen bepaalt die gemachtigd zijn om aan schuldbemiddeling te doen; het legt meteen ook de voorwaarden en de erkenningsprocedure vast. Die gewestelijke overheid wil immers inzicht verwerven in de statistische gegevens en de sociaal-economische analyses over het beleid dat ze voerde of zou moeten voeren inzake schuldbemiddeling; ze wil ook voorstellen krijgen inzake het voorkomen en bestrijden van overmatige schuldenlast. Instellingen die zich toeleggen op schuldbemiddeling krijgen financiële hulp. Tegelijk krijgt het Observatorium de opdracht om een algemene technische ondersteuning te bieden, hun personeel op te leiden en jaarlijks een verslag op te stellen waarin onder meer de gegevens aan bod.
Met de tijd bouwt het Observatorium zijn netwerk uit, publiceert het analyses over de kredietmarkt en de overmatige schuldenlast, verrijkt het zijn vormingsprogramma en zijn acties ter voorkoming van overmatige schuldenlast. Ook de activiteiten verruimen en het team wordt versterkt. Vanaf de jaren 2000 krijgt het Observatorium financiële ondersteuning vanuit het Europees Sociaal Fonds om acties te ontwikkelen ter voorkoming van overmatige schuldenlast die gericht zijn op het grote publiek en op de schakelactoren.