JuriObs

Handleiding

Wat zoek je ?

Domein

Soort wetgeving

Rechtsgebied

Titel/AR/plaats

Auteur

Datum

Sleutelwoorden

Het opzoeken gebeurt op basis van bepaalde sleutelwoorden.

Nieuwe opzoeking

Uw laatste 10 zoekopdrachten

Résultats
2 documenten komen overeen met uw zoekopdracht

Arbh. Brussel (11e k.), 7 december 2015 (A.R. 2015/AB/526)

Domein

Collectieve schuldenregeling

Rechtsgebied

Arbeidshof

Datum

07/12/2015

Taal

nl

Samenvatting

Vennootschap onder firma - Faillissement - Verzoeker - Voormalige vennoot - Schuldeisers van de vennootschap - Aangifte van schuldvordering - Onontvankelijk - Bewindvoerder in het faillissement van de vennootschap - Aangifte van schuldvordering - Ontvankelijk - Verantwoording - Doeltreffende afwikkeling van het faillissement - Garantie van een gelijke behandeling van de schuldeisers - Exclusieve bevoegdheid van de bewindvoerder om de invordering van de aangegeven schuldvorderingen voor te zetten - Voorwaarde - Plicht van de verzoeker die ten opzichte van alle schuldeisers van de failliet verklaarde vennootschap bestaat.

Downloadba(a)r(e) bestand(en)

Commentaar onder Arbh. Brussel (11e k.) 7 december 2015 (A.R. 2015/AB/526)

in "Observatorium Krediet en Schuldenlast. Jaarboek Kredietrecht en Collectieve Schuldenregeling 2015. Waterloo : Wolters Kluwer, 2017, blz. 280-283"

Domein

Collectieve schuldenregeling

Datum

2017

Auteur

Ledoux Jean-François

Taal

fr

Samenvatting

La Cour du travail fait application de l'arrêt du 19 décembre 2008 de la Cour de cassation, suivant lequel, la nécessité d'un règlement efficace de la faillite et d'un traitement des créanciers sur un pied d'égalité justifient que le curateur excerce les droits de poursuite contre un tiers tenu pas les dettes du failli lorsque cette obligation existe à l'égard de tous les créanciers, même si ces droits de poursuite n'appartiennent pas au failli. La Cour du travail, suivant l'enseignement de H. DE WULF, estime également que ce droit de poursuite revient exclusivement au curateur. En conséquence, la Cour du travail dit que seule est valable la déclaration de créance du curateur et que celles déposées par la caisse sociale et le bureau de la T.V.A., sont écartées sous peine de voir ces créanciers remboursés deux fois.